Bepalen trainingszones en HF-omslagpunt

Richard Lammens
|
29.3.2023

Hoewel steeds meer wielrenners/triatleten trainen met wattagemeters, is dit voor veel beginnende atleten nog niet weggelegd. Om toch nauwkeurig te kunnen trainen is de HF (hartfrequentie) een goede parameter.

Een veldtest is een goed alternatief voor een (dure) laboratoriumtest en goed door jou zelf in natuurlijke omstandigheden uit te voeren (en te herhalen). Op basis van de data uit deze veldtest kunnen jouw trainingszones worden vastgesteld. Hiermee verhoog je de kans om jou persoonlijke doel te halen en blessures te vermijden

De bedoeling van de veldtest is om jouw HF-omslagpunt (punt waarbij je geruime tijd zonder zuurstofschuld inspanning kunt leveren en ongeveer een uur kunt volhouden) vast te stellen. Aangezien door training het omslagpunt zal veranderen is het aan te raden deze geregeld te herhalen en z nodig de trainingszones aan te passen. Daarmee voorkomend dat je langdurig te hard of te rustig) traint.

Hoe stel je HF-omslagpunt vast (in vaktaal LTHR: Lactate Threshold Heart Rate)

De veldtest wielrennen:

  • Kies een veilig, vlak parcours met weinig/geen stoplichten/oversteekpunten etc
  • Doe een W-up van 10 min tot licht zweten. Aan het eind 3x flink aanzetten gedurende 15'
  • Verhoog je tempo tot het niveau waarvan je denkt dat je het 30min kunt volhouden: onthoud je HF
  • Na 10min HF onthouden, eveneens na 20 min en na 30min. Hiermee heb je HF-data van 0/10/20/30min

Hoewel 30min een peulenschil kan lijken, is het een zware test en kost het enige ervaring om 30 minuten een gelijkmatig en zo hoog mogelijk tempo te rijden. De kunst is om niet te hard van start te gaan en in te storten (of andersom). Een lichte tegenwind geeft de meest betrouwbare d...

Er valt heel veel te zeggen over dit soort testen en er zit langdurig onderzoek achter, met zijn voor- en nadelen. Hoe dan ook gaat het je verder helpen in gerichte wielertraining. In een volgende blog zal ik uitleggen hoe je met deze data jouw trainingszones vaststelt.

Auteur
Richard Lammens